Is het mogelijk om met een nieuw ontwikkelde sensor direct te zien of chemotherapie werkt? En kan een 3D-geprint blokje helpen een halve knieprothese preciezer te plaatsen in het been? Het zijn de hoofdvragen waarop twee onderzoeksteams van het Deventer Ziekenhuis en de Universiteit Twente het antwoord hopen te krijgen.
De twee ‘Deventer’ onderzoeken zijn net als acht andere eerder deze week beloond met 60.000 euro vanuit het Pioneers in Health Care (PIHC) fonds voor de regio’s Salland en Twente. Jaarlijks stellen de Universiteit Twente, Hogeschool Saxion, Deventer Ziekenhuis, Medisch Spectrum Twente en Ziekenhuisgroep Twente in totaal zes ton beschikbaar voor ‘medisch-technologisch onderzoek dat moet leiden tot betere patiëntenzorg’.
Druppel bloed
Op dit moment wordt wereldwijd gebruik gemaakt van medische beelden als CT of MRI om te controleren of chemotherapie werkt in de behandeling van kanker. Nadeel van deze methode is dat de beelden maar eens in de drie maanden gemaakt worden om veranderingen te kunnen zien. Dit bemoeilijkt snel ingrijpen als de chemo niet aanslaat.
Daarom gaat Alex Imholz, internist-oncoloog samen met twee hoogleraren van de UT een mogelijk alternatief onderzoeken. Het draait om een op de UT ontwikkelde sensor. Deze kan in een druppel bloed stoffen meten die worden uitgescheiden door cellen van het kankerweefsel. Imholz en zijn team willen kijken of deze nieuwe techniek kan worden toegepast voor het monitoren van de behandeling met chemotherapie. Is direct te zien of de chemo werkt? Hoe betrouwbaar is de meting? En: komen de resultaten overeen met de uitkomsten van de medische beelden?
Halve knie
Hans-Peer van Jonbergen, orthopeed in DZ en Gijs Krijnen van de Universiteit Twente willen een 3D-geprinte proeflepel met ingebouwde druksensor ontwikkelen voor halve knieprotheses. In dergelijke gevallen wordt alleen de binnenste helft van de knie vervangen, zodat de patiënt de gezonde helft van het gewricht kan behouden. Deze halve prothese bestaat uit twee metalen delen voor het boven- en onderbeen en een schijfje van kunststof voor de geleiding.
Nu bepaalt de orthopedisch chirurg tijdens de operatie of de afstand tussen de twee prothesedelen niet te groot (of te klein is). Het idee is dat het 3D-geprinte blokje met druksensoren - de proeflepel - helpt bij een preciezere en dus betere plaatsing van de prothesedelen. Dit kan resulteren in een langere levensduur van de prothese en minder complicaties voor de patiënt.
Startkapitaal
In totaal waren voor 39 aanvragen voor een PIHC-voucher ingediend. Volgens projectmanager Jojanneke Schuiling-Jukes van PIHC is de cheque van 60.000 euro per onderzoek te beschouwen als startkapitaal. ,,Het is veel geld, maar voor een langlopend medisch-technologisch onderzoek zeker niet genoeg. De ervaring is dat met 60.000 euro een onderzoek ongeveer een jaar vooruit kan.’’
3000 patiënten
Van de pakweg vijftig voorgaande PIHC-onderzoeken loopt een heel aantal nog, maar is ook een deel stopgezet omdat niet uitkwam wat was verwacht. En dan zijn er nog de succesverhalen, zoals de screeningstool voor slaapapneu. Vanuit het onderzoek is een bedrijf opgericht dat het apparaatje verder heeft ontwikkeld. ,,Inmiddels ligt dat bij tweehonderd huisartsenpraktijken en zijn er meer dan drieduizend patiënten mee gescreend.’’